Telecommunicatie oplossingen

In eerste instantie hadden wij het idee om deze pagina te beginnen met een pakkende tekst als “SIP-trunks, VoIP-licenties, artificial intelligence en dedicated voice”

Maar op een gegeven moment ontstond een moment van besef, waarop we ons realiseerden dat wij ons echt al héél. héél, héél lang bezig houden met telefonie.

Wij verkopen en installeren al telecom-oplossingen sinds het “Staatsbedrijf der PTT Telecom” in 1987 haar alleenrecht op deze markt verloor, en we kunnen wel stellen, dat er in die jaren op technologisch vlak enorm veel gebeurd is.

Op 1 juni 1881, een aantal jaren nadat Alexander Bell in 1876 octrooi aanvraagt op de telefoon, wordt in Amsterdam het eerste openbare telefoonnetwerk van Nederland in gebruik genomen.

Het toenmalige netwerk bestond uit wel 49 (!) abonnees.

‘Ik verbind u door’ waren de legendarische woorden van het eerste telefoongesprek in Nederland.

Een aantal jaar later, in 1888, legde de NBTM de eerste interlokale verbinding van Nederland aan, tussen Amsterdam en Haarlem.

De Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij (NBTM) was gevestigd op de hoek van de Kalverstraat en de Dam te Amsterdam.

Meer dan 75.000 abonnees zijn nu inmiddels aangesloten op het openbare telefoonnet.

Het is echter niet mogelijk om zonder tussenkomst van een telefoniste een verbinding tot stand te brengen met een andere abonnee.

Minister Henk Korthals van Verkeer en Waterstaat belt in dit jaar voor de laatste keer via een handmatig bediende centrale.Hij geeft opdracht om de automatische variant in werking te stellen waarbij uiteindelijk Warffum als laatste gemeente van Nederland wordt aangesloten op het volledig geautomatiseerde telefoonnet.

Nu kunnen alle bellers zelf de juiste verbinding leggen met de kiesschijf op hun telefoon. Het betekent het einde van de telefoniste in telefooncentrales. Op het hoogtepunt, rond 1930, waren er meer dan 2.000 telefonistes om alle gesprekken in Nederland handmatig door te verbinden.

Enkele jaren daarna, in 1965 om precies te zijn, lanceert PTT Telecom het iconische toestel, de T65. Eerst leverbaar in de kleuren grijs, grijs of grijs, daarna ook leverbaar in andere kleuren.

klik op de folder voor een vergroting

Introductie eerste autotelefoon op basis van het ATF-1 netwerk.

Dit netwerk kende 3 oproepgebieden (noord, zuid en west) en in elk gebied had men een ander telefoonnummer.

Indien u iemand wilde bellen, diende u dus te weten in welk gebied van Nederland deze persoon zich bevond.

Nog maar enkele jaren na de introductie van ATF-1, introduceert PTT Telecom het ATF-2 netwerk, een netwerk met een voor die tijd megacapaciteit van 2.500 gelijktijdige gebruikers.

In januari 1989 is het dan tijd voor de de derde generatie van het autotelefoonnet: ATF-3.  Met een capaciteit van 300.000 abonnees een enorme vooruitgang.

Onder het motto: “PTT maakt telefonie eindelijk mobiel“, werden we op pad gestuurd met een schouderband waaraan we 7 kg bagage mee moesten tornen.

Maar wat waar is, is waar: we konden buiten onze auto telefoneren.

Hiertoe diende men dan wel elke keer wanneer men het voertuig verliet een kwartier “te sleutelen” met behulp van een IKEA-achtige gebruiksaanwijzing.

Men moest allerlei componenten demonteren uit de kofferbak, de hoorn ontkoppelen bij het dashboard, en vervolgens de zend/ontvanger, schouderband, accupack, hoorn, draagtas en antenne met elkaar koppelen.

We schrijven inmiddels 1989 en PTT Telecom is inmiddels overgegaan in KPN.

Zij zien duidelijk de enorme potentie van mobiel bellen.

Greenpoint wordt geïntroduceerd: een netwerk van 5.000 contactpunten (Telepoints) bij onder meer postkantoren en tankstations.

klik op de folder voor een vergroting

Met een speciale telefoon, de Greenhopper, kunnen abonnees mobiel bellen op al deze locaties.

Vanwege zijn gifgroene striping werd dit toestel in de volksmond al snel de Kermit, uiteraard met een knipoog naar Kermit de Kikker.

Het leuke van deze Kermit was, dat je hem thuis (mits je beschikte over het juiste basisstation) kon gebruiken als “gewone” draadloze huistelefoon.

Greenpoint was bedoeld als goedkoop alternatief voor het toen nog peperdure autotelefoonnetwerk.

Bellen via het mobiele netwerk binnen Nederland kostte in die tijd namelijk al snel zo’n 1 gulden en 15 cent per minuut.

In 1996 had Greenpoint 60.000 abonnees. Met de komst van het GSM-netwerk in 1994 werd Greenpoint volledig achterhaald.

KPN stopte in 1999 dan ook met dit netwerk.

1993, wellicht niet geheel van toepassing binnen deze rubriek, maar zeker wel een vermeldenswaardig jaartal, want dit was het jaar waarin het internet doordrong bij het grote(re) publiek.

Met browsers als Mosaic, Netscape, Internet Explorer en zoekmachines als Alta Vista, Lycos en Google was iedereen zijn weg binnen het net aan het zoeken.

Vrij snel daarna, zo rond 1995  volgde het gebruik van e-mail bij het grote publiek, vanwege het feit dat het internet meer algemeen toegankelijk werd.

Heden ten dage is het internet natuurlijk niet meer weg te denken uit onze maatschappij, en vormt dit de basis naar de aanloop van onze uitleg naar nieuwe vormen van telefonie: VoIP

1994 was uiteindelijk het jaar waarin door KPN het GSM-netwerk uitgerold werd. Dit netwerk ligt nog steeds ten grondslag aan het huidige netwerk anno nu.

Uiteraard is er door de jaren heen wel flink gemoderniseerd aan dit netwerk, met name ten aanzien van het gebruik van mobiele data.

De komst van het GSM netwerk maakte de telecommunicatie wereldwijd écht mobiel.

Het zou echter nog tot 2007 duren voordat Steve Jobs zijn eerste Apple smartphone aan de wereld presenteerde, en tot 2013 alvorens we in heel Nederland gebruik konden maken van 4G internet.

In 1996 trilde telecomland op zijn grondvesten met de komst van digitale telefonie: ISDN, oftewel Integrated Services Digital Network.

In één keer kwam er via hetzelfde koperen netwerk waar we jarenlang gebruik van hadden gemaakt voor onze analoge telefonie, een digitale variant beschikbaar waarover verschillende diensten tegelijkertijd gebruikt konden worden.

ISDN zorgde voor een revolutie. Plotseling konden zowel consumenten als bedrijven telefoneren, internetten en faxen op hetzelfde moment.

De capaciteit van de kabel werd met ISDN beter benut waardoor de datasnelheid en de betrouwbaarheid van de diensten aanzienlijk hoger lagen dan voorheen.

Tegenwoordig valt het bellen via een analoge of ISDN-lijn onder de noemer traditionele telefonie.

Analoge lijnen worden momenteel nog ingezet voor het gebruik van bijvoorbeeld alarmlijnen in liftinstallaties waar een hoge mate van betrouwbaarheid vereist is ingeval van bijvoorbeeld een stroomuitval.

Nog geen dertig jaar na de introductie van ISDN wordt dit netwerk inmiddels uitgefaseerd.

De komst van het breedband internet maakt de weg vrij voor telefonie via het internet, oftewel VoIP bellen (Voice over IP).

VoIP kent veel nieuwe functionaliteiten die zakelijke telefonie efficiënter maken. Zo is internetbellen plaats- en netwerkonafhankelijk, en vaak goedkoper. De gesprekskwaliteit is zeker net zo goed als bellen via de traditionele netwerken. Bedrijven zien VoIP inmiddels als een hoogwaardige opvolger van het betrouwbare ISDN en stappen massaal over van ISDN naar VoIP.

De komst van het internetbellen en de hoge kosten voor het onderhoud van het conventionele kopernetwerk waar zowel het ISDN als het PSTN gebruik van maken, droegen bij aan de beslissing om de stekker er uit te trekken.

Ondanks het feit dat er in Nederland in het derde kwartaal van 2016 nog minstens 287.000 aansluitingen voor ISDN1 en ISDN2 waren, houden de traditionele netwerken eenvoudigweg op te bestaan.