Stelt uw verzekeraar nog eisen aan uw alarmsysteem?
Uw assuradeur (lees: verzekeraar) kan op basis van de waarde van de verzekerde inboedel een alarminstallatie eisen als voorwaarde voor acceptatie van het risico. Met andere woorden: de alarminstallatie is in dat geval een vereiste om uw inboedel te kunnen verzekeren. De inbraakgevoeligheid van woningen wordt door verzekeraars bepaald op basis van de aanwezigheid van -voor inbrekers- attractieve zaken van de inboedel. Over het algemeen kan men stellen dat dit van toepassing is indien de waarde van (de attractieve delen van) de inboedel een waarde van € 50.000,- overstijgen.
Meer informatie omtrent de risicoklasse inschaling zoals gehanteerd door verzekeraars vindt u op de site van het CCV. U kunt deze site bezoeken door gebruik te maken van onderstaande link:
webpagina van het CCV inzake de VRKI 2.0 regeling
Onder attractieve zaken van de inboedel wordt verstaan:
- Audiovisuele en computerapparatuur;
- Lijfsieraden en contant geld of waardepapieren;
- Bijzondere bezittingen: bijvoorbeeld antiek, kunst, muziekinstrumenten en verzamelingen.
Voor alle attractieve zaken van de inboedel geldt dat de attractiviteit zich kenmerkt door:
- De waarde van de zaken, zoals door de opdrachtgever aangegeven en vastgelegd in het intakedocument;
- De zaken die ‘gemakkelijk te vervoeren’ zijn. Dit houdt in dat het ‘onder de arm mee te nemen’ is;
- Wanneer de zaken te verhandelen zijn.
Aan de hand van bovenstaande gegevens kan uw woning worden ingeschaald in een bepaalde risicoklasse. Deze klassenindeling loopt van klasse 1 t/m 4. Hoe hoger de klasse, hoe zwaarder de te treffen maatregelen. Deze maatregelen worden ingedeeld in diverse categorieën als volgt:
- organisatorische maatregelen
- bouwkundige maatregelen
- elektronische maatregelen
- het al dan niet (en de wijze van) doormelden aan een meldkamer
- compartimenterings- en/of meeneembeperkende maatregelen
- het al dan niet aansturen van een (externe) bewakingsdienst
terug naar overzicht
naar volgende pagina